kinderboeken/tekst & taal/tips

Wat ik leerde in de cursus ‘Van kinderboek tot young adult’ – les 1

Ooit wil ik het doen samen met mijn broer: een prentenboek maken. Ik schrijf, hij tekent. Het lijkt me heerlijk om kinderen te betoveren met een zelfverzonnen verhaal. Ik kon dus niet weerstaan aan de verleidelijke lokroep van de Wisper-cursus ‘Van kinderboek tot young adult’. En schreef mij prompt in voor een vijfdelige lessenreeks met jeugdauteur Hilde Van Cauteren.

858b70cfa03195f774e5e1665a172f2f

Of ik er veel leerde? Toch wel. Al deed ik het vooral voor de spreekwoordelijke schop onder mijn schrijfkont. Of het iets is voor jou? Gewoon doen! Want je wordt er verplicht om te schrijven en dan rollen er automatisch parels uit je pen. Ben je benieuwd naar de opdrachten (die je ter plaatse te horen krijgt), de schrijfsels (die je à la minute neerpent en nadien luidop voorleest) en de algemene tips uit de les? Lees dan vooral verder. Want ik ontcijferde speciaal voor jullie een selectie van de kattenkrabbels uit mijn notitieboekje.

 

SCHRIJFOPDRACHTEN (LES 1)

Opdracht: Omschrijf jezelf aan de hand van een voorwerp – ik kreeg een ‘spons’.

Ik ben geen typische huisvrouw of kuisvrouw – nee, ik poets niet graag. Voor mij geldt: liever een vuil huis dan een propere agenda. Wat ik wel ben, is vergevingsgezind. Ik ga graag met een propere lei door het leven, dus zeg ik snel ‘spons erover’.

Opdracht: Schrijf een scene waarin jouw personage onbedoeld iets kapotmaakt.

Plots heeft ze het in haar hand. Zwart en onschuldig. Dat was écht niet de bedoeling. Ze was nog zo voorzichtig geweest, want ze wist dat dit mama’s lievelingssjaal was: “een extreem duur stuk.” Toch kon ze niet weerstaan aan de drang. Ze móest gewoon in die droge, wijd open, neppe nertsogen porren. Die koele knikkers keken haar dan ook zo doordringend aan … tot ze plotsklaps naar beneden rolden om haar zenuwachtige voeten van wel heel erg dichtbij te bekijken.

“Wat nu?”, panikeert ze. “Ik heb iets nodig dat plakt. Euh, effe denken … snottebellen misschien? Die blijven altijd aan mijn vingers en mouwen kleven. Ik duik even diep in mijn neus tot ik nattigheid voel. Zoek draaiend naar de grootste vis, zet mijn nagel in aanvalspositie, haak voorzichtig in en – beet! – haal een kanjer naar beneden.” Er bengelt nu een glibberige, vijvergroene snottepaling aan haar peutervinger. Die draait ze vakkundig onder de donkere oogrand van de nerts. “Gelukt”, haalt ze trots haar neus op, “dit snotjong heeft het toch maar mooi weer in elkaar gepeuterd.”

Opdracht: Show, don’t tell. Maak het geheime gevoel van je personage duidelijk door het te omschrijven, niet door het te benoemen – ik kreeg ‘boos’.

De stoom spoot net niet uit haar spitse oren. Haar gezicht kleurde even rood als die keer dat ze ‘volwassenmensenspelletjes’ aan het spelen was op de slaapkamer – en ik niet mocht meedoen of zelfs niet mocht kijken. Toen waren haar ogen zacht als puppy’s. Nu zag ik er twee pitbulls in die popelden om mij te verslinden. Hm, bij nader inzien waren die snottebellen misschien toch niet zo’n goed idee.


TIPS & TRICKS
 (LES 1) 

Schrijftips

> Leer je personage goed kennen.
Schrijf een soort handleiding: waarvan houdt hij, waarvan heeft hij schrik, welk geheim draagt hij mee, enz. Je moet meer weten over je personage dan wat je prijsgeeft in je verhaal.

Hoe je al die dingen te weten komt? Door je karakter vragen te stellen, door het in verschillende (opgelegde) scenario’s te laten meespelen, door er een dialoog mee aan te gaan, enz. Schrijf een aantal zaken uit, zoals:

– mijn personage noemt …
– mijn personage zijn beste eigenschap is …
– mijn personage zijn slechtste eigenschap is …
– mijn personage heeft een hekel aan …
– mijn personage houdt van …
– mijn personage droomt ervan om …

Probeer leuke details te bedenken, zoals ‘hij houdt van halfgesmolten vanille-ijs’. Het kan ook helpen om je personage te visualiseren met een beeld uit een magazine of van op het internet.

> Bouw je verhaal op rond ‘een probleem’.
Je hebt een probleem nodig om mee aan de slag te gaan, om het verhaal spannend te maken.


Inspiratie- en boekentips

> Waar haal je inspiratie?
Volgens Iris Boter van het boek De Verhalenmachine, moet je ‘het knopje in je hoofd gewoon openzetten.’ Hoor je bijvoorbeeld iets op café? Luister dan mee en stel jezelf de vraag ‘waarom’ of ‘wat als?’ Alles kan de kiem van een verhaal zijn.

Wakker je creativiteit aan en warm je schrijfspier op met vragen als: waarom ligt er een fluovestje midden op straat, waarom zit er een papegaai op die mevrouw haar hoofd, wat als je plots gedachten kunt lezen, wat als je je ogen niet meer dicht krijgt, … De mogelijkheden (en inspiratie-opwekkers) zijn eindeloos.

> Wat zijn nu leuke kinderboeken?
De Nederlandse Jaap Friso publiceert recensies over prentenboekjes en jeugdliteratuur op Jaapleest.nl. Blijkbaar geeft hij niet vaak een negen op tien, dus schaft Hilde elk boek aan dat hij met zo’n hoog cijfer bekroont. Leuk experiment! Dus koop ik ook blindelings dit prentenboekduo van 8,5 en 9 op 10: Tangramkat en Kek iz tak. Deze zeven kinderboeken horen trouwens ook tot mijn favorieten.

1473166559 DUIZTAK_65302_SC_Co-Ed_NL_Leopold.indd

BewarenBewaren

BewarenBewaren

5 thoughts on “Wat ik leerde in de cursus ‘Van kinderboek tot young adult’ – les 1

  1. Pingback: Plaatjes en praatjes #mei | Rien de Rien

  2. Pingback: Wat ik leerde in de schrijfcursus ‘Van kinderboek tot young adult’ – les 2 & 3 | Rien de Rien

Plaats een reactie